“Het Balletorkest moet veel nieuwe muziek leren spelen!’’

Interview met Tarik O’Regan over zijn compositie voor Mata Hari

p51
(c)Marion Ettlinger


De Britse componist Tarik O’Regan (1978) schreef voor Het Balletorkest de muziek voor Mata Hari, het nieuwe ballet van Ted Brandsen, choreograaf en artistiek directeur van Het Nationale Ballet.
Een avondvullend ballet componeren is tegenwoordig een uitzondering. Het is een lang proces waar een goed op elkaar ingespeeld team voor nodig is en dat eindigt in een race tegen de klok. Ballet verandert de muziek en dus moeten er tot in een laat stadium nog aanpassingen gemaakt kunnen worden.
      Om dit mogelijk te maken werken zowel Tarik O’Regan, als Ted Brandsen en de dansers lange tijd met enkel een pianopartij aan de choreografie. Pas als deze helemaal af is, kan de orkestratie van start en dan begint de race tegen de klok. Tussen de componist en het orkest zit een team van minstens twintig man: van redacteuren en proeflezers tot uitgever en muziekbibliothecaris, die er samen voor zorgen dat de bladmuziek op tijd bij het orkest is.
      O’Regan ziet het creëren van een nieuw ballet als Mata Hari als een geweldige uitdaging in groot teamverband. Alle disciplines binnen het ballet hebben hun eigen hardwerkende team. Denk aan de decors: de ontwerpers verzinnen de meest prachtige dingen, maar dat moet ook nog allemaal gebouwd worden en uiteindelijk werken – en pas vlak voordat het publiek de voorstelling gaat zien, komt alles samen: Dat is ontzettend spannend! Bij opera en ballet heb je niet de luxe van vele try-outs voordat de show op de planken komt, zoals bij een Broadway musical, dus is een goed op elkaar ingespeeld team heel belangrijk.’’
      Op de vraag of het schrijven voor ballet hem beperkt bij het componeren, antwoordt de componist dat het proces juist bevrijdend was. Veel beslissingen zijn samen met Het Balletorkest en de dirigent Matthew Rowe gemaakt. Het is teamwork en je moet concessies doen. Het is een grote puzzel en ‘you can’t have it all’! Iedereen in dit team – of het nu gaat om Ted Brandsen, het orkest, de dansers of de kostuummakers – moet compromissen sluiten tussen hun oorspronkelijke visie en het eindresultaat. Dat dwingt je om inventief te zijn en zo kom je tot dingen waar je in eerste instantie nooit aan zal denken.’’
      Veel elementen van Mata Hari’s verhaal en turbulente leven zijn in de muziek verwerkt. O’Regan vertelt dat in de muziek niet de karakters, maar de terugkerende thema’s als isolatie, eenzaamheid en de vele vormen van de liefde, een leidmotief krijgen. Deze leidmotieven zijn op verschillende momenten in het verhaal steeds in andere combinaties te horen. De muziek is dan ook niet geschreven voor individuele instrumenten, er is meer gedacht in combinaties van terugkerende patronen en emoties. De opening van het stuk wordt geassocieerd met onschuld, jeugd en het beeld van de kust. Wanneer dat muzikale thema extreem vertraagd wordt, klinkt het plots een stuk schrijnender en wordt het de muziek van isolatie.
      De muziek is opgebouwd uit korte muzikale ideeën die terugkeren in verschillende vormen , maar nog steeds herkenbaar zijn. O’Regan laat het orkest ook een deel van het verhaal vertellen. Zo gebruikt hij de Indonesische gamelanmuziek om het karakter van Mata Hari vorm te geven: De gamelan is gebruikt zoals Margaretha Zelle er ook in geïnteresseerd was en niet als etnografische studie van de muziek. De muziek weerspiegelt de manier waarop Zelle haar alter ego Mata Hari gecreëerd heeft, als fictie en niet als Java zelf.’’
      Wanneer je voor ballet componeert zijn de bewegingen van de dansers van groot belang. Hiervoor heeft O’Regan een door de hele compositie lopende puls aangebracht. Als je naar de partituur kijkt lijken alle veranderende maatsoorten ingewikkeld, maar daaronder blijft altijd die puls aanwezig die over de maatstrepen heen gaat. Ik wilde de muziek ritmisch zo schrijven dat de dansers hetzelfde moeten leren tellen als de musici. Daar zit namelijk een groot verschil in, alsof het twee dialecten van dezelfde taal zijn.’’
      Om de compositie uit te voeren is er een groot orkest nodig, dat veel nieuwe muziek moet leren spelen. De twee aktes duren beide net iets minder dan een uur en de muziek moet in een keer achter elkaar door gespeeld worden. De altsaxofoon heeft een prominente rol in het stuk, vanwege de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. In die periode treedt het instrument uit zijn klassieke wereld meer naar de populaire. Het wordt geassocieerd met jazzmuziek en geeft een werelds gevoel. De saxofoon is de verbindende factor tussen de twee werelden die in het verhaal van Mata Hari naar voren komen. De percussie vormt de motor van het stuk, en daar heeft de componist een leuke anekdote over: De percussionisten van Het Balletorkest vroegen om veel verschillende instrumenten te mogen bespelen. Nou, dan zullen ze het krijgen ook: nu moeten ze rondrennen in de orkestbak om alles te kunnen spelen!’’
      Op 6 februari gaat het ballet Mata Hari in wereldpremière en is tot 26 februari te zien in Nationale Opera & Ballet. Tickets zijn verkrijgbaar via http://www.operaballet.nl/nl/ballet/2015-2016/voorstelling/mata-hari.

Tekst: Lotte Lepoutre © Het Balletorkest – 2016

 

Nieuwsbrief